Juda heeft weer een heerlijk ‘taalfoutje’ aangeleerd. Hij ligt met zijn broers te gibberen in de zetel en roept: “Ik krijg niet veel zucht!” Een tijdje later hebben we volgens hem ook veel zuchtjes nodig om de zuchtmatras op te blazen…
We hebben corona in huis!
En zuchten… dat hebben we veel gedaan! Half maart ging de wereld van veel gezinnen met kinderen even over in een heerlijke vakantiesfeer! Blij dat ze waren, ze moesten niet naar school en het weer was dan nog op en top zomers! Mààr… na die weken kwam de harde realiteit: het coronatijdperk zou toch langer duren dan een paar weken. Bijgevolg moesten ook de lessen hernomen worden. Vier kinderen in huis, vier niveaus, vier bakken met werkboeken en oneindig veel uitdagingen! Maar goed, ook dat overleefden we en zelfs op een redelijk aangename manier. Onze kinderen vonden in die tijd in onze boekenkast een boek van de uitgever ‘Corona’. En ze maakten tegen iedereen die ze ook maar tegenkwamen of zagen het mopje: ‘We hebben Corona in huis!’. Gelukkig mochten we niet veel mensen ontmoeten en moest ik niet al te vaak een verklaring geven.
Is het nog coronatijd?
De bubbel werd een volgende ‘hindernis’. In het begin mocht je niemand ontmoeten en dat was volgens ons redelijk duidelijk. Toch hoorde ik op een ochtend Abel buiten zeggen: “Hé, waarom kom jij bij het buurmeisje op bezoek, dat mag toch helemaal niet?” Hij had groot gelijk, dus liet ik hem maar begaan. Vragen als ‘Waarom mogen de buren hun opa en oma wel zien en wij niet?’ zijn best lastig dan. Vervolgens had je de bubbel van 10 personen, inclusief je eigen gezin… Geweldig (sarcastisch uiteraard)! Wij zijn met z’n zessen en dus kon of wou niemand ons erbij nemen. Plotseling had je de bubbel van 15 personen … pér gezinslid. Dit komt dan voor ons gezin neer op (al dan niet onrechtstreeks) contact met 90 mensen per week?!
Verder gaan onze kinderen er redelijk goed mee om. Ze hebben al maanden geen winkel meer gezien aan de binnenkant. Ook hebben ze al eindeloos lang geen vriendjes meer te logeren gehad. Ze vragen regelmatig (vooral de kleinste) ‘Is het nog Coronatijd?’ om te weten of ze iemand mogen benaderen of niet…
Onze knuffelaar durfde geen knuffels meer te geven
En dan word je keihard geconfronteerd met de invloed van corona op een jong leven. Nee, Juda werd niet ziek, helemaal niet. Maar toen de bubbels groter mochten zijn en hij eindelijk zijn ‘moeke’ weer mocht knuffelen, was zijn reactie: “Nee, mama, dat mag niet, het is Coronatijd!”. Ik stelde hem gerust: “Jawel, jongen, het mag nu, moeke is in onze bubbel.”. Maar nee, hij weigerde pertinent een knuffel te geven en het brak mijn hart. Onze spontane knuffelaar durfde geen knuffels meer te geven, want het was Coronatijd. Dan besef je ineens dat een groot deel van zijn bewuste leven al Coronatijd is, en hij dus opgroeit in die realiteit… We zullen nog vaak de vraag krijgen: “Is het nog Coronatijd?” en ik hoop dat we niet al te veel keren meer bevestigend moeten antwoorden.
Een artikel van Ann Van der Flaas, jongensmama. Het origineel artikel lees je hier.
Lees ook ‘Corona, een straf van God?‘